Gilde Nieuwe Stijl

  • 17-02-2020
GNS logoIn 2015 heeft Terra MBO een samenwerking opgezet met werkgevers, gemeenten en andere regionale opleidingscentra in Noord-Nederland. Samen hebben zij vier jaar gewerkt aan het project Gilde Nieuwe Stijl. Het gildeleren is een vorm van entree-opleiding, gericht op jongeren van 16 jaar en ouder die nog geen diploma hebben van een vooropleiding. Daardoor is het voor hen moeilijk om aansluiting te vinden bij de vragen van potentiële werkgevers.
 
Terra wilde in een pilotproject samen met haar partners erachter komen hoe deze jongeren door middel van het gildeleren alsnog de kans kunnen krijgen om een opleiding te volgen waarmee zij een startkwalificatie kunnen krijgen.Het bijzondere van gildeleren is dat de studenten niet naar school gaan maar een fulltime opleiding volgen in het bedrijf. Ze worden op de werkvloer begeleid door de gildemeester, een ervaren professional, en krijgen in een ‘leer-home’, eveneens op het bedrijf, aanvullende lessen door docenten van hun school.
 
Ik heb voor Terra een extern verslag over dit project geschreven. Getalsmatig zijn de oorspronkelijke projectdoelen dan wel niet behaald. Maar de waarde van en de waardering voor Gilde Nieuwe Stijl moet niet worden onderschat. Er is een unieke werkwijze ontwikkeld die, hoewel niet overal toepasbaar, op een aantal plekken succesvol blijkt en die ook in de toekomst jonge mensen aan een diploma en aan een werkkring kan helpen. Over een diploma beschikken, erachter komen wat je kunt, wat je sterke kanten zijn, werk hebben, successen beleven, maar ook vallen en weer opstaan – dit alles draagt bij aan persoonlijke groei en actieve participatie in de maatschappij. Het versterkt het sociale netwerk van de betrokkenen, vergroot het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid en draagt op deze wijze bij aan de levensvreugde van de studenten.


U kunt het volledige verslag hier downloaden.

Verschenen: artikel over Groeningen

  • 06-01-2020

In Nederland ligt een van de meest ingenieuze oplossingen voor de klimaatverandering direct voor onze neus: laagveengebieden en moerassen. Die zijn in tientallen eeuwen ontstaan door opeenstapeling van plantaardig materiaal en ze vormen prachtige buffers om klimaatverandering het hoofd te bieden. Maar tegelijkertijd zijn ze een tikkende tijdbom, en dat hebben we aan onszelf te danken. Vanaf de late middeleeuwen hebben we het gebied leeggehaald. Turf bleek een uitstekende brandstof, beter dan hout. Het vormde de basis voor een eeuwenlange florerende en innovatieve economie.

NB 01 2020 DEF p 30 31
Samen met W. Foorthuis schreef ik hierover een artikel voor Noorderbreedte. U kunt het stuk hier downloaden.

2020 - Niet ZOZO

  • 02-01-2020

2019 20

Groeningen - Fase I

  • 12-06-2019
excursie 14 2GROENINGEN…
… dat is de natuurlijke achtertuin van de stad. Het is een van de meest hoogwaardige ecologische gebieden van Nederland: de laagveengordel die zich uitstrekt vanaf de Grote Markt en de zuidelijke stadswijken, richting de Marumerlage, het Leekstermeer, de Onlanden, het Paterswoldsemeer, het Zuidlaardermeer, het Roegwold en het Schildmeer – zeven prachtige meren, schitterende veenweidengebieden, open landerijen en geweldige beekdalen.
 
Naast prachtige natuur (zie de foto van Maud Duijn) en cultuur biedt het ook nieuwe kansen, bijvoorbeeld voor verantwoord en duurzaam ondernemerschap, rond hoogwaardige producten en processen in de biobased en circulaire economie. De eerste fase van dit programma wordt nu afgerond. Samen met het Groeningen-team hebben we een korte samenvatting gemaakt, die vooruitloopt op een Monitor die later dit jaar gaat verschijnen. 
 
De samenvatting, inclusief een korte engelstalige intro, kunt u hier downloaden.
Ga voor meer informatie over het Groeningen naar de website van het programma.

Samen aan het stuur

  • 04-06-2019
Paginas Bidbook
Meer zeggenschap, verantwoordelijkheid en partnerschap met en tussen partijen in de samenleving.
Niet alleen publiek, niet alleen markt, niet alleen onderzoek en niet alleen samenleving, maar van alles een beetje. Daarvoor zorgt de Gebiedscoöperatie. Ze slaat een brug tussen de gangbare en de nieuwe economie – duurzaam, inclusief, coöperatief. Dit maakt een regio veerkrachtig en toekomstbestendig, op economisch en op sociaal gebied.
 
Als lokale overheid hebben gemeenten hier een bijzondere rol in. Ze komen snel met iedereen in contact. Zoals bijvoorbeeld in de gemeente Westerkwartier. Hier werken regionale ondernemers, studenten en onderzoekers uit onderwijsinstellingen, inwoners en (semi)overheidsinstellingen samen: de ‘quadrupel helix, kortweg QH. Zij stellen een regionale agenda op, met een werkprogramma dat relevant is voor de regionale innovatie. Dit levert het kader voor toegepast onderzoek dat de regionale stakeholders nieuwe kennis en inzichten verschaft die zij daarna in de praktijk toepassen, testen en verbeteren.
 
Maar daarbij kwamen ook een paar knelpunten naar voren. Een van de belangrijkste is de heterogeniteit van de partners. Enerzijds ligt daarin juist de belangrijkste voorwaarde om de kans op innovaties te realiseren. Tegelijkertijd vraagt de diversiteit ook om andere werkprocessen en innovaties in de ‘lijnorganisaties’ die de Gebiedscoöperatie vormen. Je moet denken vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid, gedeelde taken en ook gedeelde financiering. Hoe komen we samen tot iets nieuws en hoe zorgen we dat het beklijft? Dit zijn de vragen waar de partners mee zitten.
Met gericht onderzoek willen partners antwoorden vinden. Hoe ze dit willen aanpakken staat in dit bidbookje.
 

Food-Monitor

  • 20-05-2019
Cover Monitor NLMaaltijden uit de regio voor de regio – dit is het concept dat de Gebiedscoöperatie Westerkwartier samen met boeren, tuinders, verwerkers en vervoerders heeft uitgewerkt. De voedselketen weer terughalen naar de regio, in plaats van dure levensmiddelen van ver weg te importeren. Waarom niet gaan produceren voor de eigen regio, met stakeholders in de eigen regio? Samen een alternatief ontwikkelen voor het huidige model. Je bereikt hiermee twee doelen: een stabiele afzet van regionale producten en gezonde voeding van dichtbij via grote inkopers in de omgeving. 
 
Voor de diversiteit van de producten zijn leveranciers in het hele Noorden nodig: veehouders uit het Westerkwartier, graan- en aardappeltelers uit Noord- en Oost-Groningen enzovoort. Het idee is dat de noordelijke mkb’ers uit de agri-food sector in coöperatief verband vlees, groente, granen, fruit, vis en zuivel produceren en dat het centraal in de regio verder verwerkt wordt. De eerste agri-food coöperatie is er al. Ze bestaat uit boeren die natuurvlees gaan leveren van runderen die in natuurgebieden grazen. Drie keer win: er komt een alternatief businessmodel voor melkveehouders, de natuurgebieden worden op een natuurlijke manier beheerd en consumenten krijgen gezond vlees uit de regio.
 
In de Food-Monitor leest u een reflectie vanuit het lectoraat Duurzaam Coöperatief Ondernemen op wat in de afgelopen jaren is ontwikkeld en geleerd. Maar ook welke volgende stappen gezet gaan worden. 
Klick hier om de Monitor te downloaden.

SPIRIT - Het hbo in het regionale innovatie-ecosysteem

  • 02-04-2019

Cover SPIRIT

In maart hebben we het onderzoek SPIRIT afgerond. Dit onderzoek is uitgevoerd in het kader van het Europese samenwerkingsproject TraCS3, dat mede mogelijk is gemaakt door INTERREG EUROPE. Centraal in TraCS3 staat de vraag hoe je de regionale innovatie-infrastructuur kunt verbeteren. Dit is nodig zodat het regionale mkb beter dan nu deel kan nemen aan regionale innovatie-waardenketens en de eigen innovatiecapaciteiten kan verhogen – ook en vooral als het niet om koplopers gaat. De kennisinstellingen hebben hier een belangrijke rol in. Daarom ontwikkelen de TraCS3-partners best practices om innovaties toegankelijk te maken en samen verder te ontwikkelen.
SPIRIT is een discussiestuk waarin de positie van de Hanzehogeschool met haar onderwijs en onderzoek wordt geplaatst in het kader van de regionale infrastructuur voor samenwerking en innovatie. Vanuit haar haar ervaringen met Innovatiewerkplaatsen en gebiedscoöperaties wil de Hanzehogeschool doorgaan met het ontwikkelen en mede vormgeven van innovatie ecosystemen. Dit vraagt om een transitieproces. Daarin wil de Hanzehogeschool een voortrekkersrol vervullen.
 
Waarom is dit uitgerekend nu urgent? Bijvoorbeeld omdat op dit moment het Europese parlement opnieuw gevormd wordt en een aantal Europese programma’s voor de periode vanaf 2021 nieuw bepaald worden. Ook in Nederland wordt op nationaal en regionaal nieuw beleid vormgegeven. In de wetenschap worden al deze ontwikkelingen gereflecteerd. Ook daarin gaan we in het discussiestuk in. Ten slotte gaan we in op de huidige kwantitatieve prestaties van de Hanzehogeschool. Daarvoor hebben we gekeken naar de lectoraten rond de drie speerpunten van de Hanzehogeschool, naar de Innovatiewerkplaatsen en de gesubsidieerde projecten zoals deze in PURE zijn gedocumenteerd. Daarnaast zetten we hier de belangrijkste aanbevelingen op een rij en doen we een voorstel voor een aanpak om de aanbevelingen te realiseren.
Als het onderzoek in de Hanzehogeschool is besproken zullen we het hier publiceren.

2019

  • 28-12-2018

2019